vrijdag 30 april 2010

Een Jupiter-klasse planeet aan de rand van het zonnestelsel?

(Dit bericht werd oorspronkelijk gepubliceerd op de In het diepe blog op Vkblog op 30 april 2010)



In de jaren tachtig waren er twee paleontologen, David Raup en Jack Sepkoski, die wat statistiek loslieten op de uitsterving van leven op Aarde in de laatste 250 miljoen jaar en zij vonden een bepaalde periodiciteit daarin. Dat wil zeggen: het leek erop alsof er om de 26 miljoen jaar een ramp op de Aarde plaatsvond dat zorgde voor grootschalige uitsterving.

Dat bracht een aantal astronomen aan het denken: zou de Zon een begeleidende ster, een rode dwerg, hebben die om de 26 miljoen jaar een storm van kometen op ons afstuurt? Nemenis werd de hypothetische ster genoemd en hij zou op 1 tot 1,5 lichtjaar van de Zon staan. Er is gezocht, maar Nemenis werd echter nooit gevonden. Er moet gezegd worden, we hadden daar tot voor kort ook niet echt de juiste apparatuur voor.


Een voorstelling van Nemenis in de buurt van puin in de Oortwolk dat ooit gepromoveerd kan worden tot komeet.

Astronomen van de Universiteit van Louisiana in Lafayette, Matese en Whitmire, hebben het onderzoek naar een eventuele begeleider over een andere boeg gegooid. Ze hebben gerekend aan de banen van kometen en zij menen dat er een aanwijzing daarin te vinden is voor een nieuwe planeet.

Deze planeet zou een massa hebben van 1 tot 4 keer de massa van de planeet Jupiter en de planeet zou ergens tussen 10.000 en 30.000 astronomische eenheden van de zon moeten staan (astronomische eenheden = afstand Aarde - Zon = 150 miljoen kilometer). Dat is echt ver. Ter vergelijking: Neptunus staat op 30 astronomische eenheden en de tot nu toe ontdekte Kuipergordel-objecten staan ergens tussen 40 en 50 astronomische eenheden.

Een naam heeft men ook al: "Tyche". Tyche is de goede zuster van Nemenis. De heren astronomen nemen wel een flinke slag om de arm over het bestaan van Tyche. Er is ongeveer 50% kans dat deze bevindingen gebaseerd zijn op een illusie.

Als de planeet bestaat, dan is er een telescoop die hem kan vinden. Nee, niet de Hubble of Herschel. Hier is een telescoop voor nodig die de sterrenhemel systematisch uitkamt. De Wide-field Infrared Survey Explorer (WISE) van NASA doet dat op dit moment. WISE is bezig de sterrenhemel in infrarood in kaart te brengen. NASA hoopt onder andere "de buurt" van tientallen lichtjaren rond de zon beter te leren kennen. En als Tyche bestaat, dan kan WISE hem makkelijk vinden. In de komende jaren zullen we het echt komen te weten.


De Wide-field Infrared Survey Explorer (WISE).

Bronnen: SpaceRef.com, het onderzoeksrapport (arXiv:1004.4584v1), UnmannedSpaceflight.com, Wikipedia.

woensdag 14 april 2010

Sterrenkijken op de Veluwe

(Dit bericht werd oorspronkelijk gepubliceerd op de In het diepe blog op Vkblog op 14 april 2010)



Afgelopen weekend hield Astroforum.nl een sterrenkijkweekend op de Veluwe en ik was er ook dit jaar weer bij. Het is het weekend waarin leden van Astroforum met hun telescopen onder hun arm (voor zover draagbaar) naar Nieuw-Milligen trekken om te kletsen over astronomie en waarnemen.

Ik heb zelf ook een telescoop, een zogenaamde 200 mm Dobson, en aangezien Gouda zo lichtvervuild is als wat, wil ik ook wel eens kijken wat je kunt zien wanneer het .. eh.. donker-der is.

Even over die terminologie: een Dobson telescoop is een buis met achterin een grote spiegel (de primaire spiegel) en voorin een kleinere spiegel dat het licht weerkaatst naar het "kijkgat". Of meer in jargon gezegd: het oculair. Zo ziet mijn Dobson eruit.



De aanduiding "200 mm" geeft de grootte van de primaire spiegel aan. Overigens zit er op de telescoop ook nog een kleiner kijkertje. Je hebt dat nodig om je telescoop te richten op datgeen wat je wilt bekijken.

Een "Dobson" telescoop heeft een heel eenvoudige voet: je kunt de telescoop ermee naar boven en beneden richten en links en rechts. Dat zou voldoende moeten zijn, zou je zeggen, maar er is een snag: op grotere vergrotingen zul je zien dat het object waaraan je je vergaapt langzaam uit beeld verdwijnt. Als ik met een 8 mm oculair (hoe kleiner, hoe meer de vergroting) kijk naar bijvoorbeeld Saturnus, dan is hij in pakweg 2 minuten uit beeld. De reden? De Aarde draait. Vandaar dat er "monteringen" voor telescopen zijn met een motor dat de draaiing van de Aardas bijhoudt.

Als je altijd al eens een telescoop had willen hebben, maar nooit wist waar te beginnen, dan is zo'n Dobson heel aardig. Voor 310 euro + verzendkosten heb je precies zo'n zelfde telescoop als ik en kun je gaan kijken naar planeten, nevels, bolhopen en sterrenstelsels.

Maar er is nog een catch: de prijs van de telescoop valt mee, maar je hebt ook verschillende oculairs nodig. Laten die nou niet zo goedkoop zijn. Goedkope oculairs hebben een te smal kijkveld. Dus het object waar je naar kijkt is vliegensvlug uit beeld. Ook de kwaliteit van de optiek verschilt. Voor je het weet heb je nog eens 200 euro of meer aan oculairs uitgegeven. Ikzelf heb zo bijvoorbeeld een 25 mm oculair (standaard bij de telescoop), een 10 mm oculair (van iets betere kwaliteit en dat merk je) en een 42 mm oculair (zoomt niet zo ver in, maar je hebt wel een goed overzicht).

Maar ik dwaal af. Tijdens het weekend was de "seeing" beter dan vorige jaren. Dat wil zeggen: het was grotendeels onbewolkt en de tweede nacht mistte het ook niet zo erg, zodat er geen dauw bleef hangen aan onze telescopen en onze oculairs (zie je nog niets).

Dat gaf me de gelegenheid om een paar objecten goed te bekijken. Allereerst zocht ik Saturnus op. Planeten zijn het makkelijkst te vinden met een telescoop en ze blijven boeiend. Zo staan de ringen van Saturnus onder een kleine hoek t.o.v. de Aarde, waardoor je een dunne lijn ziet aan weerskanten van de planeet. Ook kon ik drie manen ontdekken. Dankzij de donkere omgeving overigens.

Maar planeten vinden is peanuts vergeleken met nevels, sterrenstelsels en andere "Deep Sky objecten". Ik besloot twee sterrenstelsels in het sterrenbeeld Leeuw op te zoeken. Ja, en daar komen we meteen op een ander puntje voor de beginnende amateur-astronoom: je moet weten hoe je navigeert over de sterrenhemel. Je moet dus sterrenbeelden kunnen opzoeken. Gelukkig ken ik er wel een paar: Grote en Kleine Beer, Cassiopeia (de "W" aan de hemel), Perseus, Orion (vooral in de winter te zien) en Leeuw lukt me ook wel.

Maar dan ben je er nog niet. Met alleen het sterrenbeeld is het alsof je alleen weet welke snelwegen je moet pakken om bij je tante te komen. Je tante woont waarschijnlijk niet aan A12 huisnummer 102. En zo is het ook met het opzoeken van deep sky objecten. Als je verder inzoomt, moet je ook daar weer weten waar je moet kijken. En dat lukt me nog niet al te best.

Gelukkig kreeg ik hulp van mede-waarnemers. "Buurman" Bert had binnen een minuut de twee sterrenstelsels voor staan die ik zocht. En ik kan je zeggen: hoe groot sterrenstelsels ook zijn met hun honderden miljoenen sterren. Als ze op 30 miljoen lichtjaar afstand afstand staan, zijn het maar pluisjes waar je makkelijk overheen kijkt. Dus zet de Hubble-foto's van die objecten even uit je hoofd. Afijn, toch leuk dat ik Messier 65 en 66 een keer gezien heb.

Een helderder object was Messier 13. Dit is een bolvormige sterrenhoop en bij de waarneemcondities (eh.. ik bedoel "seeing") van zaterdagnacht spatte deze van het beeld af. Ook met het vinden van Messier 13 (M13 voor intimi) had ik hulp nodig. Dit keer niet omdat M13 zo onduidelijk is, maar omdat ik moeite heb met het herkennen van het sterrenbeeld Hercules waar het in staat. Ik had een kaart bij de hand, waar ik wel 10 keer naar gekeken heb. Maar er staan zoveel sterren daar, dat je de lijntjes wat moeilijk kunt plaatsen.

Ik hield op met waarnemen toen de kou langs mijn voeten langzaam naar boven begon te trekken. Mijn bergschoenen isoleerden vrij goed, maar volgende keer toch maar dikkere sokken mee. Want zaterdagnacht was de dauw een beetje aan de buitenkant van mijn telescoop gevroren. Inderdaad: 's nachts is het koud. En waarnemen doe je 's nachts. Ik zeg het er maar even bij.

Overdag is eventueel tijd om bij te slapen. Maar de meesten hadden het te druk om over sterrenkunde te praten. En voor wie dat nog niet genoeg was, waren er zaterdag nog een aantal sessies. Zoals die van mij. Ik heb mijn merrit badge voor het spreken voor publiek met een slaapgebrek wel verdiend denk ik. Ik heb bijna twee uur gesproken over de planeet Mars. Af en toe zag ik een oogje dichtvallen, maar ik geloof dat ik over het algemeen mijn publiek heb kunnen boeien.

Tenslotte: misschien vraag je je af: "waar blijven de foto's". Maar ik doe nog niet aan astrofotografie. Dat is weer een apart vakgebied. Ik kijk voorlopig met mijn ogen.

vrijdag 9 april 2010

Hubble gaat Hanny's Voorwerp in beeld brengen

(Dit bericht werd oorspronkelijk gepubliceerd op de In het diepe blog op Vkblog op 9 april 2010)



Ergens in de kosmos op ongeveer 700 miljoen lichtjaar en in het sterrenbeeld Kleine Leeuw, is een object dat door astronomen over de wereld "Hanny's Voorwerp" genoemd wordt. Hanny's Voorwerp werd ontdekt door een Nederlandse lerares genaamd Hanny van Arkel. Hoe komt een kosmisch object op 700 miljoen lichtjaar naar een Nederlandse lerares te heten? Laat me het uitleggen.

In 2000 begonnen zeven Amerikaanse onderzoeksinstituten aan een project om het hele universum in kaart te brengen. Het Sloan Digital Sky Survey (SDSS) project begon met meerdere geautomatiseerde telescopen het hele noordelijk halfrond in beeld te brengen. In 2005 was het klaar. De astronomen hadden nu fotomateriaal met maar liefst 675.000 sterrenstelsels, 90.000 quasars (zeer heldere sterrenstelsels) en 185.000 sterren. Je zou al die sterrenstelsels nu kunnen gaan determineren, maar dat was veel te veel werk voor een handvol astronomen. Het publiek werd ingeschakeld en zo werd Galaxy Zoo geboren. Als je je aanmeldde bij Galaxy Zoo kreeg je na een instructie de vraag om vormen en typen van sterrenstelsels door te geven. Een van de resultaten hieruit was dat zeldzame groene sterrenstelsels werden gevonden.

Ook werd door Galaxy Zoo gevraagd of je nog iets raars in de foto voor je zag. Hanny zag inderdaad wat geks: een blauwe vorm naast sterrenstelsel IC 2497. Op het forum van Galaxy Zoo vroeg ze wat ze nu precies gevonden had? Niemand wist het eigenlijk. Het team van Galaxy Zoo dacht aanvankelijk aan een artefact, een foutje bij de opname, maar dat was het niet. De interesse in "Hanny's Voorwerp", zoals het ook in het Engels genoemd wordt, groeide op het forum en erbuiten.


Hanny's Voorwerp, gezien in Galaxy Zoo.

In de loop van de tijd werden er steeds grotere telescopen op "Hanny's Voorwerp" gericht: de 2,5 meter Isaac Newton Telescope en de William Herschel Telescope op La Palma, de Swift ruimtetelescoop (gamma straling), de Japanse Suzaku röntgen ruimtetelescoop en de Westerbork Synthesis Radio Telescope (WSRT) in Drente. Al deze waarnemingen leerde dat Hanny's Voorwerp een hete gaswolk is. Uit spectra blijkt het uit heet geioniseerd gas te bestaan. Wat Hanny's Voorwerp precies is weten astronomen nog niet, maar men denkt dat het een restant is van een klein melkwegstelsel dat een heldere uitbarsting van een quasar reflecteert.

Een quasar is een zeer energetisch sterrenstelsel met een actieve kern. Quasars produceren vaak wel 1000 keer zoveel licht als een gewoon sterrenstelsel. Ze zijn de meest heldere objecten in de kosmos, dus een licht echo ervan zou best ook helder genoeg kunnen zijn om met een grote telescoop waar te nemen.


Hanny's Voorwerp, gezien door de 3.5-m WIYN Telescope in Arizona (door William Keel en Anna Manning).

Maar dat is slechts de hypothese en de mysteries rond Hanny's Voorwerp zijn nog lang niet opgelost. Een team van Galaxy "Zookeepers" wist in 2008 tijd te reserveren op de Hubble Space Telescope om Hanny's Voorwerp te bekijken. Deze week werden de eerste beelden genomen met Hubble's Wide Field Camera 3. Hubble maakte drie banen rond de Aarde maken voordat de opname met WFC3 klaar was. Aangezien een baan van Hubble ongeveer 90 minuten duurt, kun je uitrekenen dat er de nodige tijd zit in dit avontuur.

De spannendste beelden zouden kunnen komen van de vorig jaar gerepareerde Advanced Camera for Surveys. Hubble gaat zondag met dit instrument met twee filters (die van dubbel geioniseerde zuurstof en H-alfa emissies) naar Hanny's Voorwerp kijken. Hubble zal twee banen rond de Aarde bezig zijn met de opname met ACS. Met de ACS kan Hubble verder inzoomen en zouden we dus betere beelden moeten krijgen van Hanny's Voorwerp dan ooit tevoren.

Op de beelden zullen wij nog een tijdje moeten wachten. Astronomen zullen zelf eerst de beelden analyseren. En dan is het de vraag of Hanny's Voorwerp wat van zijn geheimen prijs wil geven. Het mooie aan het onderzoek aan een voorwerp dat nergens anders voorkomt (zover wij vanaf Aarde kunnen zien dan) is dat het boeiende wetenschap kan opleveren. Wie weet levert Hanny's Voorwerp een stukje van onze kosmische puzzel dat nergens anders te vinden is.

Bronnen: UniverseToday.com, Wikipedia, Hanny's website.

dinsdag 6 april 2010

Waanzinnige foto: vliegen door het noorderlicht

(Dit bericht werd oorspronkelijk gepubliceerd op de In het diepe blog op Vkblog op 6 april 2010)


De Japanse astronaut Soichi Noguchi blijft ons verblijden met mooie foto's die hij aanbiedt via Twitter en Twitpic. Tegenwoordig hebben ISS astronauten namelijk toegang tot Internet, dus Twittert Noguchi er op los.


De vlucht van ISS met 28.000 km/u door het poollicht (aurora). Voor het poollicht hangt een Russisch Sojoez of Progress ruimteschip (het onderscheid is een beetje moeilijk).


Hier nog een mooie.

Poollicht is een fenomeen dat je meestal alleen op hoge geografische breedtes kunt waarnemen. Het poollicht hangt samen met uitbarstingen (protuberansen) op de zon, waarbij grote hoeveelheden geladen deeltjes het heelal ingeslingerd worden. Het aardmagnetisch veld zorgt ervoor dat de deeltjesstroom in de omgeving van de aarde wordt afgebogen en in de buurt van de noord- en Zuidpool met verhoogde snelheid de atmosfeer binnendringt. De van de zon afkomstige deeltjes bevatten veel energie, die in de bovenste kilometers van de atmosfeer door botsingen wordt overgedragen op zuurstof- en stikstofatomen. Die energie komt uiteindelijk weer vrij en wordt op 80 tot 1000 kilometer hoogte uitgestraald in de vorm van het kleurrijke poollicht.

Bron: Wikipedia.

Over mijn absentie en de lancering van Discovery

(Dit bericht werd oorspronkelijk gepubliceerd op de In het diepe blog op Vkblog op 6 april 2010)



Ik besef me dat ik een tijdje geen berichten heb gepost op de site. Eerst had ik het heel druk. In korte tijd na elkaar moest ik drie presentaties voorbereiden en daar ben ik menig dag en avond aan bezig geweest. Op de dag dat ik mijn interessanste presentatie zou gaan geven werd ik ziek. Na drie dagen dacht ik weer tegenaan te kunnen. Hop, aan het werk. Dat helpt meestal. Maar het virusje blijkt me toch de nodige energie gekost te hebben. Dus ik ben nog niet echt aan bloggen toe gekomen.

Onderwijl ging trouwens Telmiep statistiek over de 10.000 pagina hits heen. Best aardig voor een site over een wetenschappelijk onderwerp. En ook nog eens zonder dat ik een woord over Wilders, Vkblogs of dat ik over mijn pretentieuze theoriën schreef. Het kan dus wel en laten we wel wezen, een beetje variatie in onderwerpen op de Vkblogs mag wel eens.

Gisteren lanceerde missie STS-131 naar ruimtestation ISS, dus ik vond dat ik daar toch echt aandacht aan moest besteden. De shuttle Discovery komt langs ISS voor een logistieke missie. Aan boord heeft de shuttle de logistieke module Leonardo. In die module, die tijdelijk aan ISS gekoppeld wordt en daarna meegenomen, zit onder andere een derde vriezer, een slaapkwartier voor astronauten, en een Muscle Atrophy Research and Exercise System, ofwel een trainingsapparaat voor de astronauten. Astronauten moeten bij langdurig verblijf in de ruimte trainen om verlies van botmateriaal tegen te gaan.


De lancering van Discovery voor zijn een-na-laatste vlucht. Hierna nog drie shuttle vluchten.

Het slaapkwartier biedt een rustige plek voor astronauten om te slapen of te relaxen. Je moet rekenen dat in ISS er altijd geluid is. Of het nu gaat om apparatuur dat de lucht in het ruimtestation onderhoud of experimenten die draaien: ze staan allemaal continue te zoemen en normaal gesproken kun je er niet omheen. De slaapkwartiers (ISS heeft er meerdere) bieden een relatief stille plek. Maar als er bepaalde alarms af gaan, dan worden astronauten in deze cabines wel gewekt. Ze zijn voorzien van speakertjes die dat signaal doorgeven.

Een opmerkelijk rek dat meegenomen wordt in de Leonardo, is de Window Observational Research Facility (WORF). Dit rek wordt over het raam van de Destiny module geplaatst. Normaal hangen astronauten voor dat raam, maar sinds die de Cupola module met 7 ramen hebben wordt dit raam voor WORF gebruikt. WORF bevat speciale sensoren en de "hoogste kwaliteit optische apparatuur dat ooit in een baan om de Aarde gevlogen heeft". Als ik het goed lees kan er met WORF speciale apparatuur geplaatst worden voor het raam (dat van optische kwaliteit is), zodat de Aarde daarmee bestudeerd kan worden. Zo kan het klimaat, land en zee en landbouw bestudeerd worden. Dat vind ik opmerkelijk, want je zou zeggen dat je daar al allerhande satellieten voor in de ruimte hebt. Kennelijk niet.





Verder brengt Discovery een nieuwe ammoniatank (ammonia wordt gebruikt als koelmateriaal). Die tank is vrij groot (denk: twee koelkasten naast elkaar). Het kost meerdere ruimtewandelingen om de tank op z'n plek te krijgen. Zo'n ammoniatank is nou precies een ding dat alleen de shuttle bij ISS kan brengen, dus als de shuttle stopt dit jaar, dan zal ISS het voorlopig met de huidige set tanks moeten doen. Hoe ISS door kan gaan op de lange duur zonder nieuwe ammoniatanks, vraag ik me af.

Bronnen: UniverseToday.com, de STS-131 presskit.