(Dit bericht werd oorspronkelijk gepubliceerd op de In het diepe blog op Vkblog op 19 oktober 2010)
Sinds de eerste exoplaneet ontdekt werd in 1995 zijn er ruim 500 planeten rond andere sterren ontdekt. Deze exoplaneten werden bijna allemaal gevonden door Doppler-verschuivingen in het licht van een ster of door minieme uitdoving van een ster als een planeet ervoor langs ging. Maar exoplaneten direct waarnemen, dat is heel moeilijk. Een gemiddelde ster is ongeveer een miljard keer zo fel en het overstraalt daarmee planeten. Het is wel een handvol keren gelukt om een grote planeet in beeld te brengen, maar dat was het dan.Astronomen van de universiteit van Arizona (in Tuscon) hebben echter nu een doorbraak gemeld. Wat ze precies hebben gedaan is complex, maar het komt er op neer dat zij een methode hebben gevonden om de stralen van de ster weten te reduceren waardoor de veel zwakkere planeet gedetecteerd kan worden.
De planeet Beta Pictoris b in beeld gebracht met iets dat een "Apodizing Phase Plate coronagraph" wordt genoemd. Deze planeet was al bekend en was daarmee dus een goed testobject. De rimpelingen eromheen zijn diffractiepatronen. De methode werkt alleen op een helft van het beeld, zoals je kunt zien: aan de rechterkant de rimpelingen zijn duidelijk, en aan de linker kant zijn ze nagenoeg verdwenen. Je kunt twee foto's maken voor beide helften en daarmee de hele omgeving van de ster onderzoeken.
Met oudere technieken was het alleen mogelijk verre planeten in beeld te brengen, op afstanden zoals Neptunus tot de Zon. Neptunus staat bijvoorbeeld op 30 astronomische eenheden (de afstand van de Aarde tot de Zon) van de Zon. De planeet Beta Pictoris staat op slechts 7 astronomische eenheden van zijn ster. En de wetenschappers denken dat ze de methode nog verder kunnen verfijnen.
Daarom verwachten astronomen dat hiermee interessante tijden aan gaan breken. We kunnen weer de nodige ontdekkingen tegemoet gaan zien.
Bronnen: Bad Astronomy blog, Eurekalert.org.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten