maandag 14 juni 2010

Capsule met asteroïdemonster landt in Australië

(Dit bericht werd oorspronkelijk gepubliceerd op de In het diepe blog op Vkblog op 14 juni 2010)

Vandaag moet de Japanse asteroïdemissie Hayabusa na een lange missie een monster van de asteroïde Itokawa naar Aarde brengen. Het was een ambitieuze missie van vallen en opstaan. Je kunt zeggen dat de missie op zijn tandvlees terug bij Aarde gekomen is. Vanuit Australië heeft men inmiddels kunnen zien dat het moederschip in de atmosfeer verbrand is na het loslaten van de afdalingscapsule. De capsule is inmiddels geland en men heeft het signaal van de gelande capsule opgevangen. Of er in de afdalingscapsule echt zich een monster van Itokawa bevindt, dat zullen we moeten afwachten. Daar is de Japanse ruimtevaartorganisatie JAXA niet zeker van.


We zien hier een foto gemaakt van de terugkeer door de dampkring van Hayabusa en helemaal rechts de capsule.

Hayabusa werd gelanceerd op 9 mei 2003 met een MV-5 raket. Meteen het eerste jaar kreeg Hayabusa een probleem te verwerken: een van de grootste uitbarstingen van de Zon beschadigde de zonnepanelen. Die zonnepanelen had Hayabusa nodig om de ionenmotor mee aan te drijven. De missie kon toch door en in september 2004 kon Hayabusa Itokawa in beeld brengen. De asteroïde Itokawa, 549 meter lang en 180 meter breed, bleek een rommelig ding. Het was een soort puinhoop die bij elkaar gekomen is onder invloed van heel weinig zwaartekracht. Zo'n asteroïde hadden we nog niet van dichtbij gezien.


Twee foto's van Itokawa.

In september 2005 begon Hayabusa Itokawa te benaderen. Elke keer werd de baan van Hayabusa om de aardappelvormige asteroïde verlaagd. Op 10 november liet Hayabusa een kleine rover los, die op het oppervlak van de asteroïde had moeten rijden. Echter, deze rover miste de asteroïde en zweefde er vandaan.

Op 19 november 2005 ging Hayabusa over tot landing en monstername. Volgens de eerste berichten was Hayabusa een half uur lang 10 meter boven het oppervlak blijven hangen. Maar later bleek dat de ruimtesonde wel degelijk geland was. We weten alleen niet of er daarbij een monster genomen is. Het was in ieder geval niet de bedoeling om zo lang op of rond Itokawa te blijven. Het door de asteroïde gereflecteerde extra zonlicht zorgde ervoor dat Hayabusa te veel opwarmde.

De vluchtsoftware besloot daarop om in veilige mode te gaan en automatisch werd Hayabusa op 100 kilometer afstand van het oppervlak van Itokawa gebracht. Ook bracht de software Hayabusa ertoe te stabiliseren door rond te draaien. Dit alles moest weer ongedaan gemaakt worden voor een tweede poging. Die poging werd uitgevoerd op 26 november 2005. Dit keer leek de landing en monstername soepel te gaan, maar nadat Hayabusa weer opsteeg van het oppervlak ging het serieus fout: een lek in het chemische voorstuwingsmechanisme zorgde ervoor dat Hayabusa niet meer onder controle was. De Japanse ruimtevaartorganisatie JAXA raakte zelfs het contact enkele dagen kwijt.

JAXA wist van tijd tot tijd weer contact te leggen met de ruimtesonde en stukje bij beetje kreeg men weer vat op de satelliet. Men was bij nader inzien minder zeker of monstername op Itokawa eigenlijk wel gelukt was. Een geplande terugkeer naar Aarde in december 2005 zat er ook niet in. Pas in maart 2006 wist JAXA weer regelmatig contact te krijgen met Hayabusa. In 2006 en begin 2007 werd gewerkt aan een strategie om Hayabusa gestabiliseerd te krijgen en daarna terug naar huis.

In april 2007 ging Hayabusa op weg. Nog maar een vliegwiel werkte om Hayabusa te stabiliseren en nog maar een van de vier electrische ionenmotoren werkte. Motor A werkte al sinds de lancering niet, C was onstabiel sinds de landing op Itokawa en B liet het afweten toen Hayabusa net op de terugweg ging. Tegen augustus 2007 wist JAXA motoren B en C toch nog aan het werk te krijgen. Zo kwam Hayabusa steeds dichterbij zijn einddoel.

In november 2009 viel de tot dan toe meest betrouwbare motor D uit en ook B was weer uitgevallen. Nu moest Hayabusa verder op motor C en dat was niet genoeg om de Aarde te halen. De technici bij JAXA moesten een list verzinnen. En zij kwamen met een oplossing. Bij een ionenmotor wordt brandstof niet verbrand, maar geïoniseerd. De vrijkomende ionen passeren twee electrisch sterk geladen roosters en worden daardoor versneld. Nu was het zo dat een onderdeel van motor B, de neutralisator niet werkte. En motor A werkte, maar de neutralisator wel. Men wist nu de neutralizator van motor A te gebruiken om motor B te laten werken. Daarmee kon Hayabusa op zijn tandvlees de Aarde bereiken.

Tja, en toen kwam Aarde in het visier. Zou de afdalingscapsule los komen? Zou de capsule heelhuids terechkomen op Aarde? En zo ja, zit er een monster in? Allemaal vragen, en er komen nu antwoorden. De capsule kwam goed los en deze heeft de landing ingezet. Helicopters zijn op weg naar de capsule en dan weten we meer.




Net gevonden op UnmannedSpaceflight.com: een video van de reentry van Hayabusa vanuit een DC-8 van de NASA. Nooit gedacht dat je die terugkeer van Hayabusa zo goed kon zien.


De capsule is inmiddels intakt gevonden. Fantastisch dat het verhaal wat dat betreft goed afloopt. Nou de monsters van Itokawa nog.

Bronnen: Planetary Society blog met een terugblik op de missie, Hayabusa op Twitter, UnmannedSpaceflight.com met updates.

zaterdag 12 juni 2010

Sterrenstelsels als korrels zand

(Dit bericht werd oorspronkelijk gepubliceerd op de In het diepe blog op Vkblog op 12 juni 2010)

De Europese infraroodtelescoop Herschel heeft recent een indrukwekkende foto gemaakt. Niet zozeer indrukwekkend omdat het visueel zo aansprekend is, maar omdat het iets laat zien van de kosmische schaal.

Onze ster, de Zon, maakt onderdeel uit van een sterrenstelsel dat we de Melkweg noemen. Onze Zon is een van miljarden sterren daarin. We zijn omgeven door sterren, stof en gas uit de Melkweg en daarbuiten is ook van alles. Er zijn maar een paar "gaten" waardoor we heel ver kunnen kijken en niets zien.

Dat wil zeggen, we dachten niets te zien, totdat ruimtetelescopen als Hubble en Herschel er naar tuurden. Hubble's Deep View experimenten lieten vele sterrenstelsels zien op grote afstand van de onze. En Herschel kwam met deze foto, gemaakt van een donker gedeelte van de kosmos, genaamd het "Lockman hole" in het sterrenbeeld Grote Beer (Ursa Major).


Heldere sterrenstelsels, gezien door het SPIRE (Spectral and Photometric Imaging REceiver) instrument van de infraroodtelescoop Herschel. Drie verschillende infrarood golflengten zijn vertaald in kleuren die wij kunnen zien. De rode sterrenstelsels staan het verste weg.

We kijken 10 tot 12 miljard lichtjaar ver en dus 10 tot 12 miljard jaar terug in de tijd. Het Lockman hole blijkt op deze afstand verre van leeg. Elke stipje hier is een sterrenstelsel. Dat lees je goed: een sterrenstelsel. We kunnen het aantal sterren er uiteraard niet van tellen nu, maar gewoonlijk bevatten sterrenstelsels miljarden sterren. Biljoenen sterren dus in een foto.

Laat ik nog een stap verder gaan. Wij zijn als mensheid nog maar net begonnen om exoplaneten te vinden. Het aantal planeten dat we gevonden hebben bij andere sterren ligt in de honderden. Dus heel accuraat kunnen we nog niet zeggen hoeveel planeten er gemiddeld rond een ster bevinden. Laat staan dat we kunnen zeggen hoeveel planeten er in gunstige omstandigheden bevinden voor leven. Maar als dit de omvang van de kosmos is, dan wil ik wel geloven dat er ergens anders een plekje is waar intelligent leven ontstaan is. "I like those odds". Dat is mijn reactie op het zien van deze foto.

Veel mensen hebben een andere reactie bij het zien van zulke kosmische omvang. En dat is een gevoel van nietigheid. "We zijn maar een stofje. Niets zijn we!", hoor ik dan zeggen. Ik kan me daar niet bij aansluiten. Ik voel vooral verwondering. Dit heelal is een enorme speelplaats en we hoeven ons nog heel lang niet te vervelen hier. Dat is mijn gedachte. Waarom zou je je nietig (willen) voelen?

In de Verenigde Staten blijkt een psycholoog te zijn die mensen ondersteunt bij het verwerken bij dit gevoel van nietigheid. Ga maar na: je hebt een belangrijke baan en opeens laat iemand je zien dat deze planeet niet alles is. Dat het niet in het midden van het Universum staat en dus dat jij al helemaal niet in het midden van alles staat. Dat is even slikken. Dan zoek je hulp bij iemand.

Ik weet niet wat zo'n psycholoog dan precies gaat doen, maar laat ik mijn aandeel geven in het verwerkingsproces. Kijk naar deze briljante toespraak van de astronoom Neil DeGrasse Tyson. Hij zal je een ander perspectief geven op het heelal.



Bronnen: UniverseToday.com.

dinsdag 8 juni 2010

Wallpaper tip: de Very Large Telescope en de Maan

(Dit bericht werd oorspronkelijk gepubliceerd op de In het diepe blog op Vkblog op 8 juni 2010)

De Atacamawoestijn in Chili is favoriet gebied als locatie voor grote telescopen. Het is er hoog en droog, beide gunstig voor astronomie. Met droog bedoel ik trouwens dat er weinig vocht in de atmosfeer zit. Regenen doet het er in deze woestijn al minimaal, maar ook is het gehalte waterdamp boven de woestijn laag. Daardoor trilt de lucht minder, dus krijg je scherpere beelden.

De Europese Organisatie voor Astronomisch Onderzoek (ESO) bouwt hele grote telescopen. Zo heeft ESO op de Cerro Paranal berg in dit gebied vier telescopen met spiegels van wel 8,2 meter gebouwd, met de niet aan het toeval overlatende naam Very Large Telescope (VLT).

Ook de berg Cerro Armazones ligt in dit gebied. Dit is de plaats waar ESO de European Extremely Large Telescope wil laten bouwen. Wederom een naam waar weinig verwarring over kan bestaan: deze telescoop moet een gezamelijke spiegel van 42 meter krijgen en in 2018 af zijn. Fotograaf Gordon Gillet was op weg naar deze berg, toen hij, van 14 kilometer afstand de VLT fotografeerde. De zon kwam net op achter de fotograaf. Omdat de zon opkwam, stopte het waarnemen en werden de luiken van de telescopen gesloten. De maan ging net onder achter de telescopen van de VLT.


De Very Large Telescope in de Atacamawoestijn in Chili. De lucht in de woestijn is er zo droog dat je vanaf 14 kilometer afstand zo'n scherp plaatje kunt schieten. En die condities zijn precies de reden waarom telescopen hier gebouwd worden.

Om dit plaatje te schieten, gebruikte Gillet een lens van 500 mm. En dat heb je ook wel nodig om de Maan naar verhouding zo groot te laten lijken.

Bronnen: European Southern Observatory, Bad Astronomy blog.

maandag 7 juni 2010

LOFAR's eerste beeld in hoge resolutie en lage frequentie

(Dit bericht werd oorspronkelijk gepubliceerd op de In het diepe blog op Vkblog op 7 juni 2010)

Jarenlang hoorde ik sporadisch over LOFAR: een innovatief Nederlands project voor radioastronomie waarbij vele ontvangers over het noorden van Nederland en later zelfs in Europa geplaatst worden. LOFAR wordt daarmee een radiotelescoop ter grootte van - zeg - Noord-Europa met Drente in het middelpunt.


Het LOFAR netwerk zoals het aanvankelijk bedacht was. Inmiddels zijn ook stations in Groot Brittanië, Noorwegen en Oost-Europa gepland.

Ik ben dol op dit soort innovatieve projecten. Alleen: misschien ben ik ongeduldig, maar, wanneer zien we er nou eens wat van? Wel, afgelopen week werd gepubliceerd hoe de kern van quasar 3C 196 er volgens LOFAR moet uit zien. Dit beeld werd gemaakt aan de hand van slechts 8 van de 44 antennes. Dus nog genoeg om naar uit te kijken in de toekomst wat dat betreft.


De quasar 3C 196. Links zien we een beeld van LOFAR met alleen 5 stations op Nederlandse bodem. Rechts een closeup van hetzelfde object met vijf Nederlandse en drie Duitse LOFAR stations. De resolutie is 10 keer beter met de Duitse stations erbij. De kleuren zijn gekozen dat ze laten zien wat onze ogen zouden zien als we gevoelig zouden zijn voor deze golflengten.

Mooi plaatje. De vraag is wel: wat zien we nou? Laat ik allereerst even ingaan op wat een quasar is, aangezien de meesten van ons met quasars in het dagelijks leven nooit te maken krijgen. Een quasar is een sterrenstelsel met een heel energieke kern. Ze zijn de meest heldere objecten in het universum, in radiostraling en zichtbaar licht. In het hart van de quasar zit een super-massief zwart gat, een zwart gat met de massa van honderdduizenden tot miljarden zonnemassa's. Boven en onder het vlak van de quasar schiet vaak een jet van materie en energie uit. Deze jets zijn vaak nog schitterender dan de quasar zelf. De jets draaien rond als de as van een tol. Het magnetisch veld van de quasar zorgt daarvoor.

Nogal dramatische objecten dus, die quasars. En LOFAR heeft de kern van een ervan, aangeduid met 3C196, in beeld gebracht. 3C196 staat ongeveer 7 miljard lichtjaren ver weg. Het rechter plaatje kijken we naar objecten rond de kern van de quasar. De structuur daarvan is goed bekend. Het doel was ook niet om iets nieuws te vinden, maar om te kijken of wat LOFAR ziet, klopt. En het klopt.

LOFAR heeft dit beeld gemaakt in de golflengten tussen 4 en 10 meter. In het begin van de radioastronomie werd ook gewerkt tussen deze golflengten, alleen daarmee kon men toen slechts grove kaarten van de sterrenhemel maken. Met de technologie van LOFAR is het nu mogelijk om veel scherpere beelden te verkrijgen en veel zwakkere objecten te zien.

Het is alsof je in het hart van een machine kijkt. Alleen de kern van de quasar zelf is overigens niet te zien in deze plaatjes. Die is alleen in optische telescopen zichtbaar. Maar wel is het radio golven genererende deel wat rond de kern draait te zien. Volgens LOFAR wetenschapper Olaf Wucknitz is een mogelijke reden dat we de echte kern niet zien, mogelijk omdat de kern 7 miljard jaar geleden (ofwel, op het moment dat LOFAR keek) de kern niet zo actief was in die golflengten.

Wat we wel zien, zijn vier loben rond de kern. We zien die in verschillende kleuren die corresponderen met verschillende radio-golflengten. Wat opvalt, is dat deze vier loben verschillend in intensiteit zijn en in kleur. De twee helderste loben zouden voortgetrokken kunnen worden door een tweede zwart gat, maar dat weten we nog lang niet zeker. De doffere lobes zijn anders van kleur. Er gelden daar kennelijk andere fysieke condities.

Als meer LOFAR stations online komen, wordt de wetenschap alleen maar interessanter. Er moeten nog 36 stations gaan komen, dus dit kan heel interessant worden. Hopelijk krijgen we 3C 196 dan nog eens te zien. Ben benieuwd .. en ongeduldig.

Bronnen: UniverseToday.com, Wikipedia.

vrijdag 4 juni 2010

Lancering Falcon 9 raket een succes

(Dit bericht werd oorspronkelijk gepubliceerd op de In het diepe blog op Vkblog op 4 juni 2010)

Barack Obama heeft gezegd dat het Amerikaanse bemande ruimtevaartprogramma meer moet gaan gebruik maken van de commerciële ruimtevaart. Een van de bedrijven waar NASA al eerder mee in zee ging, is het bedrijf SpaceX. De troef van SpaceX is de Falcon 9 raket, een raket waarmee in 2011 een vrachtschip bij ruimtestation ISS gebracht moet worden. Die raket had tot vandaag echter nog nooit gevlogen.

Omdat SpaceX als enige commerciële bedrijf in de buurt komt om vracht bij ISS te leveren, waren alle ogen gericht op de lancering vandaag. Ook wetenschappers zien reikhalzend uit naar de Falcon 9, omdat het een goedkopere vervanger is voor de Delta-II raketten. De Delta-IIs vliegen niet meer sinds het Pentagon ze niet meer nodig heeft en men kon deze raketten niet op puur wetenschappelijke missies bekostigen.

De lancering van de eerste Falcon 9 is een compleet succes, zover is nu bekend. De satelliet, een dummy-versie van het later te lanceren Dragon vrachtvoertuig, kwam keurig in een baan om de Aarde. Men heeft bij SpaceX wellicht geleerd van de drie mislukte lanceringen van de Falcon 1 die vooraf gingen op de succesvolle lancering van de vierde Falcon 1.




De video is opgenomen van een video stream van Internet, dus vooral in het begin zie je nogal eens "Buffering" in het scherm. Kortom, het is behoorlijk crappy. Ik zal een betere plaatsen zodra ik die kan vinden.

Bronnen: UniverseToday.com

Alweer slaat een object in op Jupiter

(Dit bericht werd oorspronkelijk gepubliceerd op de In het diepe blog op Vkblog op 4 juni 2010)

Vorig jaar vond de Australiër Anthony Wesley een zwarte vlek op Jupiter. Hij vermoedde een inslag. In no time werden er wereldwijd telescopen naar gericht, inclusief de net gerepareerde Hubble, want een inslag van een komeet of asteroïde zorgt dat de atmosfeer van Jupiter flink beroerd wordt. Het is alsof een paar duizend nucleaire bommen tegelijk exploderen. We denken dat er niemand woont, dus de schade is beperkt. Maar zo kunnen we wel iets zien van en meten aan de onderliggende lagen in Jupiter's atmosfeer.

Nog maar net deze week was een wetenschappelijk artikel verschenen over wat het object geweest kon zijn dat vorig jaar insloeg (men denkt een vaste asteroïde), of - hop - gisteravond viel alweer een object op Jupiter. En per toeval was het weer amateur-astronoom Anthony Wesley die het ontdekte.


De foto van de inslag door Anthony Wesley.

Inmiddels is ook een video van de inslag geplaatst op Youtube:




We kunnen er vanuit gaan dat wederom telescopen op Aarde en in de ruimte hierop op korte termijn worden gericht.

Bron: UniverseToday,com.