Nog een keer naar Saturnus. Dit keer vanwege een vondst bij de maan Enceladus. Weer door de Cassini missie, die zijn geld wetenschappelijk gezien meer dan waard is.
Enceladus is een maan van 500 km doorsnede met enorme geisers die water uitspuwen, dat deels de ruimte ingeschoten wordt. Echt, er is geen vergelijk op Aarde, waar geisers tientallen meters hoog reiken. Bij Enceladus vormen de geisers een van de bronnen van Saturnus' ringen.
Wetenschappers hebben nu ontdekt dat het water van die geisers zout is. Hoe zijn ze daar achter gekomen? De Cassini missie is enkele malen door de pluimen van geisers heen gevlogen. Nu is Cassini net een Zwitsers zakmes. Toen het in 1997 werd gelanceerd, was het compleet uitgerust met genoeg instrumenten om het Saturnus-systeem op allerlei fronten te onderzoeken. Maar men wist toen nog niet dat Enceladus geisers had.
Een van de instrumenten aan boord is de Cosmic Dust Analyzer, een ìnstrument, dat, als er een stofje in valt, er een analyse van kan maken. Het heeft bijvoorbeeld een negatief en een positief geladen deel, waardoor deeltjes verschillende richtingen uit gestuurd worden in het instrument. Zo kunnen plasma-deeltjes, ionen en andere deeltjes worden onderscheiden op basis van hun lading. Ook wordt de snelheid van de deeltjes gemeten. Zouten in water splitsen in water in ionen, dus de Cosmic Dust Analyzer was prima uitgerust om deze - voor de missie - onverwachte situatie te onderzoeken.
Cassini vloog aanvankelijk op veilige afstand van Enceladus en vond daarbij water, maar weinig zouten. Later vloog Cassini op slechts 20 kilometer langs Enceladus en op een gegeven moment zelfs door de geiserpluimen. Deeltjes sloegen in met snelheden tussen 23.000 en 63.000 kilometers per uur. Toen vond Cassini water met veel zouten.
Deze bevindingen, in combinatie met andere metingen, wijzen er sterk op dat er een oceaan onder het oppervlak van Enceladus is. Men denkt dat die oceaan zich op ongeveer 80 kilometer onder het oppervlak bevindt. Water dat daar tegen rotsen aan klotst, zou daarbij (natrium-)zouten oplossen in water. Wanneer het water eenmaal de ruimte in schiet, bevriest het, en zouten worden daarbij uit het water gedrongen. Dat is waarschijnlijk de reden waarom water(ijs) op grotere afstand niet zo zout is. Het is er wel, maar het is niet geladen.
Bronnen: NASA, Max Planck Institut, ESA.
De geisers van Enceladus. |
Enceladus is een maan van 500 km doorsnede met enorme geisers die water uitspuwen, dat deels de ruimte ingeschoten wordt. Echt, er is geen vergelijk op Aarde, waar geisers tientallen meters hoog reiken. Bij Enceladus vormen de geisers een van de bronnen van Saturnus' ringen.
Wetenschappers hebben nu ontdekt dat het water van die geisers zout is. Hoe zijn ze daar achter gekomen? De Cassini missie is enkele malen door de pluimen van geisers heen gevlogen. Nu is Cassini net een Zwitsers zakmes. Toen het in 1997 werd gelanceerd, was het compleet uitgerust met genoeg instrumenten om het Saturnus-systeem op allerlei fronten te onderzoeken. Maar men wist toen nog niet dat Enceladus geisers had.
Een van de instrumenten aan boord is de Cosmic Dust Analyzer, een ìnstrument, dat, als er een stofje in valt, er een analyse van kan maken. Het heeft bijvoorbeeld een negatief en een positief geladen deel, waardoor deeltjes verschillende richtingen uit gestuurd worden in het instrument. Zo kunnen plasma-deeltjes, ionen en andere deeltjes worden onderscheiden op basis van hun lading. Ook wordt de snelheid van de deeltjes gemeten. Zouten in water splitsen in water in ionen, dus de Cosmic Dust Analyzer was prima uitgerust om deze - voor de missie - onverwachte situatie te onderzoeken.
Cassini vloog aanvankelijk op veilige afstand van Enceladus en vond daarbij water, maar weinig zouten. Later vloog Cassini op slechts 20 kilometer langs Enceladus en op een gegeven moment zelfs door de geiserpluimen. Deeltjes sloegen in met snelheden tussen 23.000 en 63.000 kilometers per uur. Toen vond Cassini water met veel zouten.
Deze bevindingen, in combinatie met andere metingen, wijzen er sterk op dat er een oceaan onder het oppervlak van Enceladus is. Men denkt dat die oceaan zich op ongeveer 80 kilometer onder het oppervlak bevindt. Water dat daar tegen rotsen aan klotst, zou daarbij (natrium-)zouten oplossen in water. Wanneer het water eenmaal de ruimte in schiet, bevriest het, en zouten worden daarbij uit het water gedrongen. Dat is waarschijnlijk de reden waarom water(ijs) op grotere afstand niet zo zout is. Het is er wel, maar het is niet geladen.
Bronnen: NASA, Max Planck Institut, ESA.
Fascinerende foto van Enceladus.
BeantwoordenVerwijderenEr zijn rond Saturnus bijzondere zaken waar te nemen.
Het lijkt erop - maar dat kan verbeelding zijn - dat Enceladus net als Helene zulke merkwaardige groeven heeft (rechterzijde van de foto).