zaterdag 19 februari 2011

Je eigen telescoop (deel 2)

Wat kun je zien met een telescoop?
(Vervolg van deel 1)

De objecten die je kunt zien door een telescoop lopen ver uiteen. Dat je met je telescoop niet hetzelfde ziet als de Hubble Space Telescope mag geen verrassing heten. Hubble ziet twee spectaculair botsende sterrenstelsels. Jij ziet twee heel vage vlekjes waar je vier keer overheen kijkt. Is dat het nou? Ja. Hubble's camera stond urenlang open om dat plaatje te schieten. Jij staat net te wennen aan het donker voordat het wolkendek overtrekt. Toch kan waarnemen heel leuk zijn.

De Maan
Een van de mooiste hemellichamen is toch de Maan. Zelfs de meest professionele sterrekundige kijkt met zijn hobbytelescoop toch weer eens naar het meest dichtbije hemellichaam. Je ziet niet alleen kraters en de vlakke maren (zeeën), maar ook gestolde lavastromen. Met een flinke vergroting voel je je net een astronaut die zich opmaakt voor de landing. Er zijn twee dingen die moet weten over de maan. Als de Maan vol is, zie je details minder goed, omdat er bijna geen schaduwpartijen zijn. Ook is het licht van volle Maan erg fel. Niet schadelijk, maar wel loop je tien minuten met een grijze waas voor je oog. Bij halve maan of een dunne maansikkel zijn details mooier zichtbaar dankzij de schaduwen.

De Maan door een 25 mm oculair. 

De planeten
Je kunt sowieso kijken naar de vijf zichtbare planeten Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Saturnus. Mercurius heb ik zelf nog niet door de telescoop bekeken, maar die planeet staat ook meestal te dicht bij de Zon. Venus is een compleet bewolkte planeet, waarop niets te zien is. Maar je kunt wel zien dat Venus fasen heeft zoals de maan. Mercurius ook trouwens.

Mars is eigenlijk de enige planeet waar je oppervlaktekenmerken goed kunt zien. Je kunt er donkere en lichtere plekken op ontdekken. Bij Jupiter lijkt het altijd feest met zijn vier duidelijk zichtbare manen. Het is net of Jupiter vergeten is de kerstverlichting weg te halen. Van Jupiter zelf kun je de wolkenbanden van elkaar onderscheiden. Saturnus' ringen kun je goed zien met een Dobson en ook een paar manen, zoals Titan en de kleine, maar zeer goed licht reflecterende Enceladus. Saturnus heeft trouwens ook een witte storm, maar die ligt waarschijnlijk net buiten mijn bereik.

Jupiter door mijn telescoop.

Uranus en Neptunus heb ik nog niet gezien. Afgelopen twee jaar kwamen ze vrij dicht langs Jupiter (aan de hemel dan), wat het makkelijker maakte om ze van daaruit te vinden. Die kans heb ik een beetje gemist helaas.

Dwergplaneten, asteroïden en ander gruis
Pluto is in 1930 ontdekt door heel veel fotografische platen te vergelijken. Ik heb niet de illusie dat ik hem ga zien. Met de dwergplaneten Ceres en Vesta maak ik met mijn telescoop wel een kans. Moet ik ze wel eerst vinden.

Kometen
Elk jaar worden er wel een paar interessante kometen ontdekt. De hoop is natuurlijk altijd dat ze ooit zo helder worden dat je ze met het blote oog kunt zien. Maar voor die tijd heb je soms de kans om ze door de telescoop te zien. Zo heb ik ooit eens, geholpen door collega-amateur-astronomen, de komeet Lulin (C/2007 N3) gezien door mijn eigen telescoop. Als ze me het niet verteld hadden, had ik hem nooit gezien. Zo lichtzwak was hij. Maar elke komeet is weer verschillend. En met een telescoop heb je toch net meer komeet voor je geld.

Sterren
Sterren zijn lichtpuntjes of je nu met het blote oog kijkt of door de telescoop. Dat verandert niet veel aan de zaak. Maar sommige sterren zijn binaire sterren en dat kun je met de telescoop wel zien.

Deepsky objecten
Dit is een categorie objecten die ver buiten ons zonnestelsel liggen. Heel ver zelfs. Er zijn nevels in ons Melkwegstelsel, de kraamkamers van de kosmos. Ook in onze Melkweg vind je bolhopen, de bejaardentehuizen van de kosmos. Maar zelfs buiten de Melkweg kunnen we met de telescoop zien. Het gaat dan om sterrenstelsels waar het licht van na een reis van honderden miljoenen lichtjaren op je netvlies valt. Ook al zijn het vaak maar moeilijk te vinden pluisjes, ze spreken wel tot de verbeelding. Als ik er een gezien heb, blijft me de gedachte bij dat ik even het licht van tientallen miljarden sterren gezien heb. Die fotonen hebben zo'n lange reis achter de rug. Het minste wat je kunt doen is even kijken.

De over het algemeen best zichtbare deepsky objecten staan in een in 1774 opgestelde catalogus van Charles Messier. Wat hij ermee probeerde te zeggen tegen amateur-astronomen van zijn tijd was: dit zijn in elk geval geen kometen. Iedereen (die een telescoop bezat) wilde in die tijd een komeet ontdekken, want die werden en worden naar je genoemd. Gouda is overigens niet echt een goede plek om kometen te ontdekken, dus een komeet van Krijgsman kan nog lang op zich laten wachten.

De Grote Orion-nevel met 8 seconden belichting. Dit is waarom een Dobson niet zo geschikt is voor astrofotografie. Maar met je ogen zie je deze nevel zeker.

De Zon
Als de Maan al fel is door de telescoop, dan is zonder filter naar de Zon kijken met een telescoop zeker geen goed idee. Doe dat nooit. Je beschadigt anders je ogen. En als je een zonnefilter koopt (of maakt van speciaal folie), laat het dan een filter zijn die voor je telescoop gaat en niet erachter. En vergeet niet je zoekertelescoop niet. Ikzelf heb mijn telescoop hier nog niet voor gebruikt.

De buurvrouw
De buurvrouw kun je niet goed door een Dobson telescoop observeren, simpelweg omdat ze te dichtbij staat. Je kunt haar in de verste verten niet scherp krijgen. Als je buurvrouw in een flat die twee wijken verderop woonde, dan lukte het wel, maar dan was het niet je buurvrouw. Een 200 mm Dobson is niet het handigste hulpmiddel om de overkant van de straat te bekijken.

Loop naar haar toe, zou ik zeggen.

Volgende keer: navigeren tussen de sterren. Over waarom je de sterrenbeelden moet kennen om door een telescoop te kijken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten